U heeft er vast ook over gehoord in het nieuws: de wilde bijen. De helft van alle 358 soort in Nederland wordt bedreigd! En dat terwijl ze heel belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening. Maar gelukkig kan iedereen die een tuin heeft ze helpen! Want een wilde bij leeft zeker niet alleen op het platteland, maar ook in de stedelijke omgeving. Lees daarom hier meer over de wilde bij en hoe u deze in uw tuin kunt krijgen.
Wat is een wilde bij?
Een bij is een insect en heeft drie paar poten en twee of vier vleugels. De wilde bij heeft in tegenstelling tot de honingbij een insnoering tussen het borststuk en achterlijf, de zogenaamde wespentaille. De ogen zijn smal en staan aan de bovenkant ver uit elkaar en zijn dus meer aan de zijkant geplaatst. Een wilde bij wordt ook wel een solitaire bij genoemd, iedere bij maakt zijn eigen nest en ze leven dus niet in volken zoals de honingbij. Overigens is het verschil tussen een honingbij, wilde bij en een wesp voor een leek al moeilijk te zien. De verschillende soorten wilde bijen onderscheiden is nog weer een kunst apart.
Hoe leeft een wilde bij?
Een wilde bij heeft maar een hele kleine actieradius. Voor de bij betekent dit dat voedsel maar ook gelegenheid tot voortplanting dicht in de buurt moet zijn. Een honingbij kan wel een paar kilometer vliegen maar voor een wilde bij is een paar honderd meter al ver. De insectenhotels zijn bekend als nestel mogelijkheid, maar het grootste deel van de wilde bijen soorten nestelt in (ongeroerde) grond! De wilde bij heeft zowel nectar als stuifmeel nodig. De nectar dient als brandstof is alle stadia van de bij, het stuifmeel is de eiwitbron voor larven. Hierbij zorgen ze dus ‘onbedoeld’ voor de bestuiving van bloemen.
Veel bijen leven van één of een zeer beperkt aantal soorten planten. Wanneer deze planten er niet zijn, dan zijn de bijen er dus ook niet. Hoe meer diversiteit er in de planten is, hoe meer variatie er aan bijen mogelijk is. En daar profiteren ook andere dieren zoals vlinders en vogels weer van. En met een gevarieerde tuin dragen we bij aan de vergroting van biodiversiteit!
Foto: Bloeiende bloemen dragen bij aan biodiversiteit en trekken meerdere insecten aan
Welke planten zijn nodig?
Wilde bijen komen in een biodiverse tuin. Veel bijen hebben maar één of enkele soorten planten waar ze van leven. In deze situaties betekent het dat wanneer de specifieke plant er niet is, ook de bij er niet zal zijn. Een eenvoudig antwoord welke planten nodig zijn is er dus niet. Belangrijk om te onthouden is wel dat voor een wilde bij kleinschalige biotopen belangrijk zijn omdat ze in een klein gebied vliegen. Daarbij zijn verbindingen tussen gebiedjes essentieel omdat daardoor er een soort lappendeken van kleine biotopen ontstaat waardoor uitwisseling van individuen mogelijk is. Let er verder bij de plantenkeuze op dat er geen planten met dubbele, gevulde bloemen gebruikt worden. Bij deze planten is het nectar geven eruit geselecteerd en daarmee dus niet interessant voor insecten / de wilde bij. Kies verder planten die veel stuifmeel leveren (composieten) en zorg voor een mengsel van planten die het hele seizoen bloeien. Zo is er in ieder geval veel biodiversiteit mogelijk.
Om toch een kleine aanzet voor planten te geven volgt hier een overzicht van een aantal waardevolle planten:
- Wilg (Salix, diverse soorten): een vroege bloeier in het voorjaar waarbij de manneljke plant vooral veel stuifmeel levert
- Klokjesplanten (Campanula, diverse soorten): verschillende soorten klokjesbloemen zijn interessant voor bijen
- Wilde liguster (Ligustrum vulgare): liguster krijgt vaak de kans niet om te bloeien, maar bloeit wel prachtig en wordt bijvoorbeeld door de wilde bij het Roodgatje bevlogen
- Duizendblad (Achillea millefolium): de inheemse vorm is zeer geschikt voor wilde bijen, maar ook voor zweefvliegen en vlinders. Daarnast komen ze ook af op de verschillende cultivars
- Bossalie (Salvia nemorosa): de verschillende soorten cultivars die er van deze salie zijn trekken hele goed bijen aan
- Bieslook (Allium schoenoprasum): een kruid voor in de tuin die wanneer deze in bloei komt goed bezocht wordt door onder meer zandbijen
Wat kan ik nog meer doen?
Naast voedsel in de vorm van nectar en stuifmeel is er meer nodig om wilde bijen in de tuin te krijgen. Bijen hebben ook gelegenheid nodig om te kunnen nestelen. Daarom nog een aantal tips voor nestelgelegenheden voor wilde bijen:
- Bijenhotels zijn prachtig, maar slechts interessant voor een klein deel van de Nederlandse wilde bijen. Nog geen 20% van de soorten nestelt alleen bovengronds, de rest nestelt voor het grootste deel in de grond!
- Sommige bijen die in de grond nestelen gebruiken voegen tussen klinkers als nestelplaats. Hoopjes zand die hierop liggen kunnen hierop wijzen. Laat dit zand lekker liggen en gebruik zeker geen gif om onkruid te verwijderen!
- Bijen gebruiken de warmte, dus zorg ervoor dat eventuele nestelplaatsen voldoende in de zon komen
- Knip vaste planten met dikke holle stengels niet voor de winter af. Bijen kunnen deze stengels ook gebruiken. Knip daarom deze stengels pas eind maart af.
- Plaatst u toch een bijenhotel? Zorg er dan voor dat de boorgangen niet rafelig zijn, deze rafelranden kunnen de vleugels van bijen beschadigen.
- Maakt u zelf een bijenhotel? Let er dan op dat de holle stengels die gebruikt worden aan de achterkant dicht zijn. Gebruik ook gedroogd hout omdat eventuele krimpscheuren ervoor zorgen dat de geboorde gaten niet gebruikt gaan worden.
Tenslotte, ga vooral aan de slag! Alles wat er gebeurt is winst en geniet vooral van alles wat u ziet!
Foto: Een bijenhotel heeft nut, maar alleen voor bovengronds nestelende bijen