Weten wij als Stiphoveniers van alle planten de Latijnse naam? Die vraag krijgen wij wel vaker als we een beplantingsplan bespreken of aan het werk zijn in een tuin. En waarom die planten niet gewoon bij de Nederlandse naam genoemd worden. Ook die opmerking komt vaak langs bij ons als Stiphoveniers.
Wees niet bang! Een talenknobbel heb je gelukkig niet nodig als je hovenier wordt. Want met die planten (en trouwens ook niet met kwekers of andere hoveniers) hoeven we geen Latijn te praten. Die Latijnse naam is eigenlijk meer vakjargon net zoals een automonteur het heeft over PK, het koppel van de auto en de compressieverhouding van de motor. Met de Latijnse naam weet de kweker precies welke plant ik nodig heb. En omdat planten zich ook niet aan landsgrenzen houden weten ze in het buitenland ook precies wat wij bedoelen. Een Zomereik is voor ons een Quercus robur en in Frankrijk en Duitsland heet ie precies hetzelfde. Makkelijk toch of niet?
De Nederlandse naam van planten zorgt trouwens ook regelmatig voor verwarring. Een bekend voorbeeld is de Tulpenboom, deze naam wordt door veel mensen gebruikt voor de Magnolia. De Tulpenboom is de officiële naam voor de Liriodendron en de Nederlandse naam van de Magnolia is gewoon Magnolia, maar hij wordt ook wel eens Beverboom genoemd. Daar wordt het dus niet makkelijker van! Dat Nederlandse namen voor verwarring zorgen mag wel duidelijk zijn.
Als Stiphoveniers houden we het graag bij de Latijnse of wetenschappelijke naam. Want met deze naam weten we gelijk ook al veel meer over de plant. Neem bijvoorbeeld de Zomereik waar we het aan het begin over hadden. De eerste naam ‘Quercus’ is de familienaam, daaraan kan je zien dat het ook familie is van verschillende andere soorten eiken. De tweede naam ‘robur’ geeft de soort aan, in dit geval maakt het duidelijk dat het om een zomereik gaat. Overigens zegt die tweede naam vaak ook iets over de eigenschap van de plant zelf, maar dan gaat het wel weer over de Latijnse betekenis. In dit geval betekent ‘robur’ kracht, dit lijkt ook op ons Nederlandse woord robuust. Tenslotte heeft een plantennaam vaak nog een toevoeging, de zogenaamde cultivar naam. Dit is dus niet de ‘originele’ soort, maar een door mens gekweekte soort door middel van mutatie of kruising. Een bekende zuilvormige Zomereik heeft bijvoorbeeld als volledige naam Quercus robur ‘Fastigiata Koster’.
Alle Latijnse plantennamen kennen we echt niet. We hebben zoveel keus en iedere keer komen er ook weer nieuwe planten (voornamelijk kruisingen) bij, dus het is onmogelijk om alles te kennen. Maar met die Latijnse namen kunnen we ons zonder talenknobbel prima redden. En wanneer we zo’n specifieke zuilvormige Zomereik zouden willen hebben, dan kan onze bomenkweker ons in ieder geval verstaan!